Gedicht willem wilmink pensioen
In de man zit nog een jongen. Willem Wilmink – de biografie
‘Ik was een vroegwijs kind, maar welk kind was dat in de oorlog niet?’ Aldus Willem Wilmink in zijn postuum verschenen autobiografie Hier is prins zonneschijn. Deze zelfbespiegeling lijkt haaks te staan op de titel van de mooie biografie die Elsbeth Etty over Wilmink schreef: In de man zit nog een jongen. Wat is waar: zat de man al vroeg in het kind of zat het kind nog lang in de man?
In het voorwoord van haar biografie constateert Etty dat ze veel baat heeft gehad bij de literaire nalatenschap van haar onderwerp (de autobiografie, niet-gepubliceerde memoires en brieven), maar ook dat het zaak was daar met de nodige reserves naar te kijken. Wilmink had de neiging zijn leven aanzienlijk zonniger voor te stellen dan het was: ‘Vaak draaide hij zaken honderdtachtig graden om. Van nederlagen […] maakte hij overwinningen, krenkingen transformeerde hij tot complimenten.’
Een gecompliceerde man dus en bepaald niet gemakkelijk in de omgang. Hij kon niet tegen kritiek, had last van driftbuien, vroeg erg veel aandacht voor zichzelf en dat pakte niet altijd goed uit. Hij maakte het zichzelf ook niet altijd gemakkelijk, voelde zich vaak buitenstaander (en buitengesloten), miskend en tekortgeda
Zo klim ik naar boven
Er waren in het Instituut voor Neerlandistiek aan de Herengracht in Amsterdam ook feesten toen ik er tussen en studeerde. Niet alleen bezettingen, actiegroepen en discussies. Dan kon je Willem Wilmink zien en horen, hij was er docent taalkunde, later letterkunde met als specialiteit ‘close reading’. Niet ver van de kantine zat hij, omringd door fans, een verlegen glimlachende man met een accordeon, af en toe zong hij een stel bekende liedjes maar ook nieuwe liedjes die ik niet kende. Geen mooizinger was het, maar hij was wel overtuigend. Ik volgde geen colleges bij hem, ik was meer van de literatuurtheorie en de maatschappijkritiek. Wel liep ik bij hem een paar colleges ‘smartlappen’, ik denk in , Adriaan van Dis deed ook mee. Bijzonder aardige man, die Wilmink, hij sprak met een licht Twents accent. Hij sloofde zich uit, maar was geen uitslover. Hij vond De Zangeres zonder Naam maar niks, herinner ik me, te bedacht en uit op effect, hij had een voorkeur voor volkse smartlappen, met armoede, liefde, verdriet, moord en doodslag. De Twee Weezen. Lachen mocht ook. We moesten een smartlap schrijven, ik schreef iets over een blinde jongen, verschrikkelijk slecht, veel te bedacht, ik heb het niet bewaard.
Elsbeth Etty liep ook rond in dat Instituut, ook
In de man zit nog een jongen. Willem Wilmink De biografie
Uitgebreide biografie van een originele en begaafde neerlandicus, dichter en liedjesschrijver.
Dit boek bespreekt Willem Wilmink in volle breedte. Zijn liefde voor Twente, waar hij werd geboren en waar hij stierf, zijn loopbaan bij de universiteit, zijn carrière als dichter, liedjesschrijver en tekstschrijver voor televisie en cabaret, zijn huwelijken en vooral ook zijn lastige karakter. Zijn werk voor de televisie met het schrijverscollectief krijgt veel aandacht en de eeuwige strijd over de vraag of hij voor kinderen schreef of voor volwassenen. Wat in ieder geval naar voren komt is dat hij een zeer begaafd schrijver was. Als neerlandicus had hij een grote liefde voor de Middeleeuwen. Door zijn vertalingen maakte hij enkele werken zeer toegankelijk. Daarnaast was hij ook nog accordeonist en liedjeszanger.
Auteur
Elsbeth Etty () studeerde Nederlandse taal en letterkunde. In de journalistiek was ze werkzaam bij De Waarheid, het NRC Handelsblad en De Groene Amsterdammer. Ze publiceerde heel veel, onder andere columns en romans. Ze promoveerde op Henriette Roland Holst. Aan de VU werkte ze als bijzonder hoogleraar literaire kritiek. Voor deze biografie interviewde ze 75 personen.
Twente
Willem werd in gebo
Voor velen is Willem Wilmink met zijn leeftijdsloze poëzie een van de beste dichters van Nederland
De man had een lief, kinderlijk gezicht, speelde op zijn accordeon en zong met een vet Twents accent droevige ballades. Om hem heen zat een kring van hippiemeisjes die met grote, dromerige ogen opkeken naar hun idool, Willem Wilmink. Was dit een docent? Echt?
Het zal in zijn geweest, in de zonnige tuin van het Lambert ten Katehuis in Amsterdam, waar het Instituut voor neerlandistiek was gevestigd. Je had twee groepen, wist ik als eerstejaars: de serieuzen, die zich verdiepten in moeilijke taalkunde en suffe oudere letterkunde, en de revolutionairen die Marx lazen, tegen het gezag ageerden en tentamens wilden afschaffen. Bij geen van beide wilde ik horen. Maar je had dus ook deze man. Een dichter, werd gefluisterd. Zijn colleges poëzie schenen geweldig te zijn. Bij hem wilde ik studeren. Maar helaas werd ik niet ingedeeld bij Willem Wilmink. Later trok ik steeds meer naar de nerds die kille vakken als taalkunde en argumentatieleer wél interessant vonden.
Elsbeth Etty studeerde in die jaren ook Nederlands maar zij was actief in het studentenprotest, vertelt ze in de inleiding van In de man zit nog een jongen. Ook zij heeft geen college van hem gehad. Toen uitgever Vic van de Rei
‘Ik heb geleefd voor mijn gedichten’. In de man zit nog een jongen – Willem Wilmink – de biografie
Begin jaren tachtig stelde ik in mijn jeugdige naïviteit een dertigtal Nederlandse schrijvers en dichters de vraag welke tien boeken zij mee zouden nemen als ze zouden moeten afreizen naar een ‘onbewoond eiland’. Hun adressen stonden in die jaren in Aarts’ Letterkundige Almanak en riepen soms enige verbazing op. Woonde de pure Twent Willem Wilmink () echt in Zeist en aan het adres te zien ook nog in een nieuwbouwwijk terwijl zijn kompaan Hans Dorrestijn boven een winkelcentrum in het provinciale Ede verbleef? Waar ik de helden van Het Schrijverskollectief ook had gezocht, niet daar. Van vrijwel iedereen ontving ik zo’n lijstje, getypt of in handschrift. Ook van Wilmink. Ik was het natuurlijk helemaal vergeten, maar na lezing van Elsbeth Etty’s biografie In de man zit nog een jongen haalde ik het lijstje weer tevoorschijn. Bovenaan prijkte De Bijbel, gevolgd door De reis van Sint Brandaan, The Complete Works of William Shakespeare en de poëzie van Emily Dickinson en Hendrik de Vries. Ook uit de vermelding van The Penguin Book of French Verse(Volume I: To the 15th Century) viel op te maken dat Wilmink een liefhebber van middeleeuwse teksten was. Kortom: bij