Bauhaus architectuur duitsland
Mart Stam, dichter van staal en glas
Het is nu heel gebruikelijk om te promoveren op een biografie. De minachting uit de academische hoek is verdwenen.(1) In deze trend past ook het vorig jaar gepubliceerde proefschrift van Stef Jacobs over de architect Mart Stam.
De laatste dertig jaar zijn tal van publicaties over Mart Stam ( ) verschenen die zijn oeuvre van stoel tot stad behandelen en ook een aantal studies, waar Stams werk een deel van is. Het boek van Stef Jacobs is dus niet de eerste studie over de architect, maar de eerste biografie, en de auteur belooft bovendien het eerste overzicht van het werk van Stam in samenhang met zijn openbare leven te bieden.
Mart Stam is een enigszins omstreden, maar ook een fascinerende persoon in de moderne architectuur- en designgeschiedenis van Nederland. Hij neemt een prominente plaats in in de avant-garde architectuur van de jaren twintig al heeft hij nauwelijks iets gebouwd. Hij deed redactioneel werk onder andere met El Lissitzky bij het Zwitserse tijdschrift ABC, waarna hij werd uitgenodigd om mee te doen aan de modelwijk Am Weiβenhof in Stuttgart, waar hij zijn achterpootloze stoel presenteerde, en aan het CIAM congres in La Sarraz (beide ). Daarna was hij betrokken bij het ontwerpen van de Van Nelle f
De mooiste flat van Amsterdam
Toen ik acht jaar geleden in dit hoekje de stelling opwierp dat de Princesseflat van Mart Stam, nadrukkelijk aanwezig in het zuidelijke deel van de Beethovenstraat, met de Wolkenkrabber aan het Victorieplein kan wedijveren om het predicaat ‘de mooiste flat van Amsterdam’, kreeg ik een ansichtkaart van een Wolkenkrabber-bewoner toegestuurd. Hij was gepikeerd. Zijn verwijt was dat ik jarenlang als bewoner van de Wolkenkrabber had opgeschept over de uniciteit van de flat en daar nu op terug kwam.
Ik schreef een handgeschreven brief terug waarin ik probeerde uit te leggen wat de Princesseflat bijzonder maakt. Het gebouw is de uitkomst van de speciale samenwerking tussen de Amsterdamse stedenbouwers Jacoba Mulder en Cornelis van Eesteren, én architect Mart Stam. Van Eesteren, de hoogste baas van de afdeling Stadsontwikkeling, ontwierp in de jaren dertig het stedenbouwkundig plan voor Nieuw Zuid. Hij plaatste hier het Beatrixpark op de kaart, dat door zijn medewerkster ‘juffrouw’ Jacoba Mulder in werd uitgetekend.
Het is een prachtig ontwerp, een verrijking voor Nieuw-Zuid. Veel Amsterdammers beseffen niet hoe mooi het park is: een aaneenschakeling van kleine en grote openbare tuinen, grasvelden omringd door bijzondere bomen en fraai gesitueerde
Lotte Stam-Beese, vrouw van de (weder)opbouw
Een vrouw, een Duitse, die als stedenbouwkundige een groot aandeel had in het ontwerpen van Rotterdamse wijken die in de Tweede Wereldoorlog kapotgebombardeerd waren. Alleen dat gegeven is voor mij aanleiding genoeg om ‘Want de grond behoort ons toe’. Leven en werk van stedenbouwkundige architecte Lotte Stam-Beese, geschreven door Hanneke Oosterhof, te willen lezen.
En ik ben niet teleurgesteld. Wat een fascinerend leven heeft die vrouw gehad. Ze groeit op in Silezië, in het plaatsje Reisicht dat tegenwoordig Rokitki heet en in Polen ligt, en waar iets meer dan duizend mensen wonen. In Dessau wordt ze toegelaten tot de net geopende school van Bauhaus, de opleiding voor beeldend kunstenaars, ambachtslieden en architecten die niet alleen een opleiding is maar ook een leefwijze.
Lotte krijgt een verhouding met Hannes Meyer, architectuurdocent en in de opvolger van Walter Gropius, de oprichter van Bauhaus. Bij zo’n functie kan Meyer natuurlijk geen affaire met een studente gebruiken. Lotte staakt haar studie, gaat werken voor bouwprojecten in Berlijn en wordt in moeder van zoon Peter. De vader is dezelfde Hannes Meyer, die er niets voor voelt met haar te trouwen.
Dan redt ze zichzelf wel. In navolging van andere vooruitstrevend
Mart Stam
door H. Buys
PARALLEL aan het expressionisme in de schilderkunst, dat volgens een opmerking van Kandinsky in zijn in het jaar verschenen werkje ‘Vom geistigen in der Kunst’ het principe van de innerlijke noodzaak volgde, waarmede de innerlijke waarachtigheid in het gebruik der middelen hooger kwam te staan dan de waarachtigheid in de relaties tot de buitenwereld, liep in de architectuur de zuiverende beweging, die met het werk van Nederlanders gelijk Théo van Doesburg, Piet Mondriaan, C. van Eesteren, J.J.P. Oud, G. Rietveld e.a. is begonnen, en welke later vorm heeft gevonden in verscheidene groepen van architecten; in ons land voornamelijk in ‘De 8’ te Amsterdam, ‘De Opbouw’ te Rotterdam en internationaal in de C.I.A.M. (Internationale Congressen van het Nieuwe Bouwen), welke laatste in haar beginselverklaring in het bijzonder als grondslag voor een hedendaagsche architectuur den nadruk legden op het innerlijk verantwoordelijkheidsbesef van den architect. Van even groote beteekenis als deze maatschappelijke orientatie, die het bouwen als het ware een nieuwe ‘ethica’ verschafte, is haar andere essentiale: de zuivering van de grondslagen, welke leidde tot den sprong uit het impressionisme in het exp
Tagarchief: Mart Stam
Het is geen openluchtmuseum, dat zeker niet, maar aan de 1,8 kilometer lange Beethovenstraat in Amsterdam staat wel een hele eeuw bouwgeschiedenis. Als je begint bij het oudste gedeelte van de straat, tussen de Apollolaan en het Amstelkanaal, krijg je een mooi overzicht van verschillende typen architectuur uit de jaren twintig en de vroege jaren dertig. Zoals de aaneengesloten rood bakstenen woningblokken met hun ritmische afwisseling van daken en erkers, in de stijl van de architectuur van Amsterdamse School uit de jaren twintig; op de hoek van de Beethovenstraat en de Apollolaan een voorbeeld van het Nieuwe Bouwen uit de jaren dertig, strak en recht, van architect Staal (van hem is ook de Wolkenkrabber op het Victorieplein). Het eerste stuk van de Beethovenstraat maakte deel uit van het befaamde Plan Zuid van H.P. Berlage, het grote stadsuitbreidingsplan voor het gebied tussen de Amstel en de Schinkel, dat werd uitgevoerd tussen en Berlages plan omvatte straten met woningblokken, villawijken, pleinen, winkelstraten, doorgaande verkeerswegen en brede groenstroken. Daarin stond de Beethovenstraat ingetekend als brede winkel- en woonstraat met ruime trottoirs, naar voorbeeld van de Parijse Haussmann boulevards. Nog steeds, anno , voldoet