Biografie wim sonneveld boek

Wim Sonneveld

Wim Sonneveld is geboren in Utrecht op 28 juni .
Hij was de zoon van een kruidenier en de jongste van 6 kinderen. Zijn moeder heeft hij nooit gekend die stierf toen hij 4 jaar was.
Toen hij 18 was werkte hij als secretaris bij Louis Davids, een grote cabaretier in Nederland.
Later zong hij mee in Davids' cabaret gezelschap. Dat Kurhaus Cabaret was zijn grote leerschool, (hij heeft het lyrische in zijn liedjes overgenomen van Louis Davids) daar maakte hij kennis met grote artiesten en bewonderde die van achter de coulissen.
Louis Davids wou WS niet verliezen maar hij moest toekijken hoe WS zijn eigen 'avondjes' gaf en zo begon zijn  eigen carrière. Hij werd in dienst genomen bij het Cabaret der Prominenten, van joodse acteurs en actrices die van Berlijn en Wenen naar Nederland gevlucht waren. Dat was voor WS zijn theaterschool. Daarna speelde hij in verschillende cabaretgezelschappen.
In op 1 december werden zijn eigen dromen werkelijkheid, toen gaf hij de première van zijn eerste productie "alleen voor dames" wat een heel groot succes werd.
Vanaf dan volgden de Sonneveld Cabaret - voorstellingen zich op.  

In ontstond de figuur Willem Parel, een Amsterdamse orgeldraaier,die was eerst bedoelt als bijfigu

Wim Sonneveld is van grote invloed geweest op de Nederlandse theater- en liedcultuur. Zijn vriend, vormgever en tekstschrijver Friso Wiegersma, was beeldbepalend voor Sonnevelds carrière. In de zevenentwintig jaar dat zij een relatie hadden waren ze veel onderweg en schreven ze elkaar met grote regelmaat brieven vanuit plaatsen als Parijs, New York, Madrid, Suriname, Curaçao en vanuit het filmmekka Hollywood waar Wim Sonneveld rond zijn geluk als internationaal filmacteur beproefde. De briefwisseling tussen de geliefden is onlangs gevonden in de nalatenschap van Friso Wiegersma en werd nooit eerder gepubliceerd. Uit de brieven blijkt een enorme gretigheid, een groot cultureel ontwaken van twee jonge mannen die midden in het leven staan. Wiegersma kon zichzelf verliezen in tekeningen en persoonlijke werkstukjes voor intimi. Voor Sonneveld maakte hij geregeld liefdevolle tekeningen of collages waarin hij zichzelf als de loensende ?Friepel? opvoert. Naast de briefwisseling is ook een aantal van deze unieke tekeningen teruggevonden. In Niemand dan wij zijn de brieven en tekeningen samengebracht, zorgvuldig bezorgd, ingeleid en van voetnoten d dan wij geeft een ongekend intieme inkijk in deze intense liefdes- en werkrelatie. Wim Sonneveld () behoort tot een van de grootste arties

Sonneveld, Willem ()

&#; Huygens ING - Amsterdam. Bronvermelding: Wim Ibo, 'Sonneveld, Willem ()', in Biografisch Woordenboek van Nederland. URL: []

Sonneveld, Willem (Wim), cabaretier en showman (Utrecht - Amsterdam ). Zoon van Gerrit Sonneveld, kruidenier, en Geertruida van den Berg.

Wim Sonneveld groeide op in een bedrijvig kruideniersgezin met twee zusters en drie broers. Na de vroegtijdige dood van zijn artistiek niet onbegaafde moeder (hij was toen vijf jaar oud) werd zijn verdere opvoeding bepaald door een dominerende vader en zijn twee zorgzame zusters. Van september tot juli volgde hij de Dagschool voor handel en administratie te Utrecht. Daarna werkte hij als jongste bediende in een biscuitfabriek, vervolgens als kantoorbediende bij de GGD te Utrecht en ten slotte bij een uitgeverij tot begin De schokkende ontdekking van zijn homofiele geaardheid maakte hem - in de toenmalige maatschappij - tot een eenzame, onbegrepen figuur. En wellicht valt zijn drang om van jongs af aan 'toneel' te spelen daaruit mede te verklaren.

Ondertussen zocht hij in de periode van tot zijn eigen weg. Hij werd daarbij gesteund door zijn vriend, de ex-kloosterling Hubert Janssen, die hem in december had ontmoet en als ontdekker van Sonnevelds theatertalenten mag worden beschouwd en

Zeer geachte heer Ryder,

Nederig en met een grote terughoudendheid wil ik u middels dit schrijven enige vragen stellen over een episode uit uw boek ´Extra-sensory perception; the shadow and the resonance´. Ik heb dit boek tijdens mijn vakantie in Engeland in een tweede hands boekwinkel gevonden.

In hoofdstuk III beschrijft u uw ontmoeting met, en latere consult aan, de Nederlandse theaterartiest Wim Sonneveld. U gaat uitgebreid in op de schriftelijke én bovennatuurlijke bedreigingen aan zijn adres en hoe u die, middels het aanwenden van uw ´haïstische krachten´, heeft weten te stoppen door deze ziekelijke stalker bij één der voorstellingen te ontmaskeren. Aan het slot van dit hoofdstuk geeft u aan dat Wim Sonneveld u vlak voor zijn dood een dankbare brief geschreven heeft waarin hij aangeeft van zijn angsten verlost te zijn. U besluit het verhaal met een opmerkelijke zin die mij nu al ruim anderhalf jaar bezig houdt.

´Aan mijn gevoelens rondom zijn laatste brief en plotselinge dood kan ik geen enkele zekerheid ontleden. Toch kan ik niet nalaten hier te vermelden dat ik tussen zijn brief en zijn sterven duistere waarnemingen heb gehad. Duister, zowel in de letterlijke als figuurlijke zin. Ik ben bang dat mijn lieve vriend Wim in zijn schrijven aan

bereikt. Toen het aantal tegen de dertig ging lopen, merkte ik dat ik zelf tijdens de gesprekken het meest aan het woord was: de geïnterviewde wist me op dat moment weinig nieuws meer te vertellen, en ik betrapte me erop dat ik de verhalen zelf ter plekke ging aanvullen en corrigeren. Dat is voor mij het ogenblik om te stoppen met praten en te beginnen met schrijven.

Over interviews gesproken: mij viel in een vorig Biografie Bulletin een opmerking van Léon Hanssen op, die ik niet anders kan interpreteren dan als depreciërend jegens het gesproken woord. In een stukje naar aanleiding van een biografie over de Amerikaanse roek-zangeres Janis Joplin schreef hij: ‘Ook al is het een biografie-van-horen-zeggen; zij komt daarom niet minder overtuigend over.’ Men hóórt de verbaasde ondertoon van de recensent: goh, hoe bestaat het! Het is zonneklaar dat Hanssen het geschreven woord vele malen hoger aanslaat dan de oral history. En het is voor mij eveneens zonneklaar dat dat volstrekte flauwekul is. Brieven, dagboeken en andere geschriften kunnen per slot van rekening even misleidend zijn als de gesproken herinneringen van ooggetuigen.

Ware hij met zijn standpunt een eenling geweest, dan had ik Léon Hanssen hier onbesproken gelaten.