Willem-alexander en máxima uit elkaar
Mr. J. (Joost) Taverne
Speciaal voor de verkiezingen voor de Tweede Kamer zijn de biografieën van alle kansrijke (volgens de peilingen) kandidaten in uitgebreide vorm raadpleegbaar op parlement.com.
Voor de overige ruim 5000 biografieën geldt het volgende:
In het digitale biografisch archief van de Stichting PDC, partner van het Montesquieu Instituut, is een uitgebreide versie aanwezig met bijvoorbeeld partijpolitieke functies, maatschappelijke nevenfuncties, parlementaire activiteiten, opleiding en wetenswaardigheden. Voorlopig is het beschikbaar stellen van uitgebreide biografieën, en/of daarop gebaseerde statistische gegevens, opgeschort. Wilt u een uitgebreide biografie inzien? als u daar belangstelling voor heeft.
Op bovenstaande tekst en gegevens zijn auteursrechten van PDC van toepassing; overname, in welke vorm dan ook, is zonder expliciete goedkeuring niet toegestaan. Ook de afbeeldingen zijn niet rechtenvrij.
De biografieën betreffen vooral de periode waarin iemand politiek en bestuurlijk actief is of was. PDC ontvangt graag gemotiveerde aanvullingen of correcties.
Biografisch Woordenboek Gelderland
In het jaar dat Alexander werd geboren, aanvaardde zijn vader een betrekking als onderequipagemeester bij de Rijksmarinewerf in Rotterdam. Omdat hij als bevelvoerend marineofficier een hooglopend conflict had gehad met zijn superieuren toen er schipbreuk dreigde, had hij moeten omzien naar een betrekking aan de wal.
In de Rotterdamse jaren, waarin Alexander zich met zijn kornuiten in de vrije uurtjes vermaakte op de scheepswerven, bracht hij de zomervakanties veelal door aan de Gelderse IJssel bij zijn grootouders. Grootvader Ver Huell was burgemeester van Doesburg en zijn grootvader van moederszijde, Willem de Vaynes van Brakell, was commandant geweest van de vesting Doesburg. Toen vader Ver Huell in 1850 werd gepensioneerd omdat de marinewerf als gevolg van bezuinigingen werd gesloten, vestigde hij zich met zijn gezin in Arnhem.
Van zijn ouders erfde Alexander zijn artistieke talenten. De bloemstudies die zijn moeder schilderde, waren niet onverdienstelijk en zijn vader was een begaafd landschapstekenaar en illustrator van biologische standaardwerken. Vanaf zijn vroegste jeugd legde Alexander zich toe op de tekenkunst. Toen hij op een Leidse kostschool werd klaargestoomd voor een academische studie, ontpopte hij zich als ka
Loudon, Alexander (1892-1953)
© Huygens ING - Amsterdam. Bronvermelding: A.E. Kersten, 'Loudon, Alexander (1892-1953)', in Biografisch Woordenboek van Nederland. URL:http://resources.huygens.knaw.nl/bwn1880-2000/lemmata/bwn6/bwn1/loudona [12-11-2013]
Loudon, Alexander, diplomaat ('s-Gravenhage 5-6-1892 - 's-Gravenhage 4-2-1953). Zoon van Alexander Loudon, regeringscommissaris voor het mijnwezen in Nederlandsch-Indië, en Henriette Françoise Eschauzier. Huwde op 21-12-1922 met Frédérique Christine Henriette Royaards; gescheiden op 10-11-1933; hertrouwd op 10-8-1935 met Béatrice Carpenter Cobb, gescheiden echtgenote van Reginald A.F. Williams. Uit het tweede huwelijk zijn 1 zoon en 1 dochter geboren.
Loudon ging na eindexamen gymnasium in zijn woonplaats te hebben gedaan in 1911 rechten studeren te Leiden. Op verzoek van zijn oom jhr. J. Loudon, de minister van Buitenlandse Zaken, kreeg Loudon na zijn rechtenstudie in Leiden met ingang van december 1916 vrijstelling van dienst bij de Landstorm vanwege zijn plaatsing als kandidaat-attaché bij het Nederlandse gezantschap in Sofia. Tot 1932 doorliep hij de lagere diplomatieke rangen en was achtereenvolgens verbonden aan de gezantschappen in Londen, Buenos Aires, Washington, Mexi
U.M. Kneppelhout-van Braam, naar een portret van Nicolaas Pieneman (1809-1860). Collectie Letterkundig Museum, Den Haag
heimhouding had verzocht, heeft hij Kneppelhouts weduwe van zijn plannen onmiddellijk op de hoogte gesteld, en haar gevraagd of ze met een dergelijke uitgave akkoord zou gaan, ‘Dr. D. heeft eene vaardige pen, maar de vraag komt op, of zij wel altijd discreet is’.
Mevrouw Kneppelhout was intussen door familie en vrienden er reeds op gewezen hoe onverstandig zij gedaan had met de brieven zonder voorbehoud uit handen te geven. Bovendien was ze het volstrekt oneens met de werkwijze van Dyserinck. Publiceren van hele of gedeeltelijke brieven zou, meende ze, leiden tot verkeerde beoordelingen van de betreffende personen en de verhouding waarin zij tot elkaar stonden. Helemaal niet tevreden was ze over de manier waarop Dyserinck in zijn voordrachten gebruik had gemaakt van de brieven om de figuur van Kneppelhout te vermenselijken. Ze besloot de brieven terug te vragen en haar toestemming voor de uitgave te weigeren.
Toch bleef ze zich ook daarna zorgen maken. Dyserinck had ten slotte bijna een jaar lang de tijd gehad om de correspondenties over te schrijven en zou misschien na haar dood alsnog tot uitgave kunnen besluiten. In overleg met Sijthoff,
COHEN, Jozef Alexander
(roepnaam: Sandro), anarchist, later monarchist, is geboren te Leeuwarden op 27 september 1864 en overleden te Toulon (Frankrijk) op 1 november 1961. Hij was de zoon van Aron Heiman Cohen Jzn, winkelier, koopman en commissionair, en Sara Jacobs. Op 15 augustus 1893 ging hij samenwonen met Elisa Germaine Maria (Kaya) Batut, modenaaister, met wie hij op 23 maart 1918 in het huwelijk trad. Hun relatie bleef kinderloos. Op 11 november 1907 werd Cohen tot Fransman genaturaliseerd.
Pseudoniemen: Démophile, Demophilos, Demophilus, Kaya, Souvarine.
Alles zat mee om Cohen rebels en tegendraads te maken: zijn intelligentie, een autoritaire vader, een geliefde jonggestorven moeder, zijn mislukking op de Hoogere Burgerschool en zijn vele mislukte ambachten. Een kort verblijf in Pruisen legde een stevige voedingsbodem voor een levenslange haat tegen het autoritaire Duitsland. Het sluitstuk van zijn anti-autoritaire opvoeding vormde een vijfjarig verblijf tussen 1882 en 1887 in het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger (KNIL). Wegens kleine vergrijpen tegen de krijgstucht - smakelijk beschreven in zijn herinneringen - bracht Cohen drie van deze vijf jaren in militaire gevangenissen door. Hij was door zijn afgebroken opleiding autodidact. In de gevangenis gin