Biografie jan wolkers recensies
Jan Wolkers
Hendrik Wolkers werd op 26 oktober in Oegstgeest geboren als 3e van de 11 kinderen. Hij komt uit een gereformeerd gezin en is jaar in jaar uit met de Statenbijbel opgevoed.
Vanaf tekende en schilderde hij op de Leidse schilderacademie, na de oorlog ging hij verder als beeldend kunstenaar aan de academie voor Beeldende kunsten in Den Haag. Van tot schilderde hij aan de Rijksacademie voor Beeldende Kunsten in Amsterdam.
Op 30 augustus overleed zijn oudere broer aan difterie. Deze gebeurtenis vormt een belangrijk gegeven in zijn literaire werk. In heeft Wolkers een jaar lang bij Zadkine in Parijs gewerkt. Tijdens dit jaar begon hij ook te schrijven. In november debuteerde hij met een verhaal in het tijdschrift Podium: De verschrikkelijke sneeuwman.
Zijn eerste boek Serpetina's Petticoat kreeg weinig aandacht, in tegenstelling tot Wolkers eerste roman Kort Amerikaans. In werd Wolkers voor het eerst een Literaire prijs toegekend: De novelleprijs van de gemeente Amsterdam. In zond hij de prozaprijs van Amsterdam terug. Hij vond het politieoptreden tijdens de rellen in Amsterdam niet juist.
In verbleef Wolkers een week lang alleen op het eiland Rottermerplaat. Van dit avontuur deed hij een verslag in "Groeten van Rottumerplaat" (Boekje laten zien).
Wolkers
Recensie: Onno Blom Het litteken van de dood. De biografie van Jan Wolkers
Een roman is geen dagboek
‘Ergens blijf ik steeds een jongen van 18 jaar. Romantisch, idealistisch, monomaan en onbezonnen,’ schreef Wolkers in een brief aan zijn jeugdvriend Wim de Kler. Het was , vlak na de geboorte van Eva Wolkers. Jan was als 23 jarige voor de tweede keer vader. (‘preservatieven ten spijt’ ). Wolkers zat niet onder de plak, hij leefde erop los, was slordig met verantwoordelijkheden maar obsessief bezig met tekenen, beeldhouwen en schrijven. Als je Het litteken van de dood. De biografie van Jan Wolkers geschreven door Onno Blom moet geloven en er is geen reden om dat niet te doen, afgaande op de hoeveelheid materiaal waaruit de biograaf kon putten bleef Wolkers zijn hele leven een romantische en ongebonden jongen.
Als zoon van een ietwat naïeve en streng gereformeerde kruidenier in een gezin met elf kinderen, gaat hij met de verdiensten van baantjes als tuinman in een cursus aan de Rooms-Katholieke Avondtekenschool doen. Hij heeft talent. Tijdens het beantwoorden van aanvragen op een distributiekantoor begint het schrijven. Zijn literaire helden zijn Perk, Kloos, Gorter, Poe, Multatuli, Piet Paaltjens. Hoewel Wolkers zichzelf in de eerste plaats zag als beeldho
Hij is af: 'de' biografie van Jan Wolkers (***), maar wat levert het op?
In reed Jan Wolkers met zijn jonge vriendin Karina terug naar Oegstgeest, het dorp van zijn gereformeerde jeugd. Het leek gekrompen, net als het bos rond kasteel Oud-Poelgeest waar hij zo vaak had gelegen, soms met een vriend of de zoveelste vriendin, maar altijd met een schetspotlood en bundels van aanbeden dichters als Achterberg, Rilke, Hölderlin of Gorter.
Bij het weerzien trof hem de benauwenis. De bewoners leken van perkament geworden. De beelden die de schrijver, beeldhouwer en schilder in zijn geheugen had opgeslagen, botsten hard op de indrukken die hij als bijna jarige opdeed. In het typoscript van wat Terug naar Oegstgeest () zou worden, trof Wolkers-biograaf Onno Blom de passage aan die de roman niet zou halen, maar die 10 jaar na zijn dood alsnog wordt gepubliceerd: 'Moet je kijken, die mensen in hun villaatjes. De zwarte vlek, de schaduw van mijn jeugd - ik dacht dat ik tot in der eeuwigheid met ze in de hemel zou moeten doorbrengen. En ik wist zeker dat ze hun meubeltjes ermee naartoe zouden nemen, en hun wandkleedjes en snuisterijen, dat ze er allemaal gezellige plekjes gingen maken waar ze met hun zondagse kleren in gingen zitten. Verschrikkelijk. Wat een bevrijding als je da
Nieuws: Biografie Jan Wolkers krijgt slechts drie ballen in NRC Handelsblad
Drie ballen, meer heeft recensent Thomas de Veen er niet voor over in NRC Handelsblad. De biografie van Onno Blom over Jan Wolkers kreeg eerder ook al een mager onthaal in de Volkskrant door Arjan Peters. Ook de kritiek van De Veen liegt er niet om en ligt in het verlengde van de kritiek van Peters:
Zo loop je in Het litteken van de dood steeds aan tegen de keerzijde van Bloms show-don’t-tell: je snakt soms naar zijn duiding, zijn interpretatie, naar scheiding van man, mythe en materiaal, naar wat psychologisering, och, dan in godsnaam maar wat Freud!
En net als Peters loopt De Veen ook met regelmaat tegen een cliché aan:
Zijn beschrijving van hoe het leven van Wolkers zijn weerslag kreeg in zijn literatuur, bevat niet alleen geregeld een oubollig cliché (‘Daar sloeg hij de spijker op z’n kop’), maar getuigt ook van een opmerkelijk bronnengebruik. Dagboekfragmenten en romanpassages worden zonder veel omhaal geïncorporeerd in het historische feitenrelaas, terwijl je voor zo’n gelijkschakeling nou juist een verdediging of interpretatie van de biograaf nodig hebt.
Lees de hele recensie hier.
De mens en de mythe
Bij de uitvaartplechtigheid van Jan Wolkers droeg Remco Campert een gedicht aan zijn overleden vriend voor met als slotregels: ‘niet denken aan de dood/ maar eerder aan het leven/ zoals jij het vierde/ uitbundig en voorbeeldig’.
Uitbundig en in menig opzicht voorbeeldig is ook de beschrijving van dat levensfeest door Onno Blom. Op Het litteken van de dood valt als biografie wel een en ander af te dingen, maar het bereikt toch een ultiem doel van elke biograaf: het is zelf een kunstwerk dat alle werken van de beeldhouwer/schilder/schrijver Jan Wolkers in hun onderlinge samenhang betekenis geeft.
Voor alles was Wolkers () een levenskunstenaar, die zijn zelf gekozen biograaf inzicht verschafte in de wijze waarop hij het leven naar zijn hand heeft willen zetten. Zijn complete archief, inclusief dagboeken, intieme correspondentie en stiekeme opnamen van gesprekken, stelde hij ter beschikking. Het heeft een boek opgeleverd dat het verzamelde oeuvre van de schrijver overstijgt en bij integrale lezing soortgelijke sensaties oproept als Wolkers’ beste verhalen, romans en essays.
Met nadruk zeg ik: integrale lezing. Evenmin als bij Wolkers’ romans heeft het zin om uit dit zorgvuldig gecomponeerde levensverhaal een paar krenten te pikken en daar al dan niet