Betty goudsmit biografie
Betty Oudkerk smokkelde kinderen uit Hollandsche Schouwburg: 'Angst kende ik niet'
Met haar knappe verschijning, haar acteerkunsten en met pure mazzel. Zo wist Betty Goudsmit-Oudkerk de oorlog te overleven én honderden Joodse kinderen te redden. Samen met haar collega's smokkelde ze kinderen uit de crèche tegenover de Hollandsche Schouwburg, die samen met hun ouders op transport naar de kampen zouden gaan.
Over de oorlog sprak ze later nooit meer, hoe vaak haar vijf kinderen er ook naar vroegen. Vier jaar geleden besloot ze alsnog haar verhaal te vertellen. "Omdat mijn kinderen het zo graag wilden weten," zegt Goudsmit-Oudkerk, inmiddels
Betty werd op 2 april in Amsterdam geboren. Haar ouders hadden een textielzaak in de Van Woustraat. In het gezin werd niet gesproken over nazi-Duitsland, Hitler en de anti-Joodse maatregelen. Toen haar vader eind overleed, zette haar moeder, weduwe met vijf kinderen, de zaak voort totdat deze in een Verwalter (zaakwaarnemer) kreeg toegewezen: de weduwe van de vermoorde WA-man Hendrik Koot.
"Mijn moeder had een slecht gevoel over wat er allemaal stond te gebeuren. Ze wilde zichzelf vergassen met de oven, maar mijn grootmoeder, die heel orthodox was, hield haar tegen. 'Wat God wil, geschiede,' zei ze."
Doodstil
Betty Goudsmit-O
Op de hoek van de Tweede Jan van der Heijdenstraat met de Van Woustraat, op nummer , had Leendert Oudkerk (Amsterdam, 9 juni Amsterdam, 25 december ) voor de oorlog zijn textiel/manufacturenzaak. Ze woonden boven de zaak. Leendert was getrouwd met muziekpedagoge Henriëtte Hamburger (Amsterdam, 26 mei Birkenau, 30 januari ) en zij hadden vijf kinderen; Gerrit (Amsterdam, 23 september Auschwitz, 14 februari ), Aron (Nol, Amsterdam, 5 september Auschwitz, 22 oktober ), Helene (Leny, Amsterdam, 3 januari ), Elisabeth (Amsterdam, 2 april 14 juni ) en Jacob (Jaap, Amsterdam, 16 maart ). Het gezin Oudkerk woonde met schoonmoeder en de huishoudster boven de zaak. Slecht drie kinderen overleefden de oorlog. Elisabeth zat in het verzet en werkte in de crèche op de Plantage Middenlaan. Zij is beter bekend als Betty Oudkerk.
Betty was zeventien jaar oud toen ze in de crèche begon te werken. Ze zag er alles en was een van de redders van Joodse kinderen. Ze sprak haar hele leven nauwelijks over wat ze er had meegemaakt, tot vier jaar voor haar dood. Toen liet ze het verhaal op aandringen van haar kinderen optekenen. Ze was een van de verzorgsters die bij de crèche wachtte tot de tram bij de halte voor de Hollandsche Schouwburg stopte en dan met de kinderen ging
Betty Goudsmit-Oudkerk () redde honderden Joodse kinderen van deportatie
Betty Goudsmit-Oudkerk hoorde en zag alles. Ze was scherp en intuïtief. Goudsmit-Oudkerk werd op 2 april in Amsterdam geboren. Haar ouders runden een textielzaak in de Van Woustraat. Toen haar vader eind overleed, zette haar moeder, weduwe van vijf kinderen, de zaak voort totdat deze in in handen kwam van een Verwalter (zaakwaarnemer), de weduwe van de vermoorde WA-man Hendrik Koot.
Betty moest in de oorlog van de Amsterdamse Huishoudschool af en ging samen met klasgenoot Sieny Kattenburg als kinderverzorgster bij de Joodse crèche aan de slag tegenover de Hollandsche Schouwburg.
Acteertalent
De directeur van de Schouwburg, Walter Süskind, vroeg haar of ze wilde helpen kinderen uit de crèche te smokkelen. Een foto uit in haar uniform toont haar vastberaden blik. Haar succesvolle optreden wijdde ze aan haar acteertalent. “Ze kon zich goed van de domme houden zodat mensen haar onderschatten,” zegt haar zoon David Goudsmit (58). “Natuurlijk was ze bang, maar haar angsten probeerde ze te onderdrukken.”
Samen met haar collega’s en medewerkers van de Hervormde Kweekschool redde zij zo’n zeshonderd Joodse kinderen. Haar moeder en grootmoeder werden begin thuis door een overvalwagen opgehaald. Ze zijn in Ausc
‘Betty Oudkerk redt kinderen uit de crèche tegenover de Hollandsche Schouwburg. Maar hoe kan iemand die zoveel lef heeft getoond, het zo lastig vinden om trots te zijn? Judith vertelt het spannende verhaal van haar moeder. Een kinderverzorgster in verzet!’
‘Wat ben ik blij dat ik het heb overleefd’, zegt Betty Oudkerk op de 18e verjaardag van haar kleindochter. ‘Ik heb net één van mijn geredde kinderen ontmoet’.
Betty Oudkerk is kinderverzorgster in de crèche tegenover de Hollandsche Schouwburg tijdens WO2. Ze helpt mee om zo’n joodse kinderen te redden uit de handen van de nazi’s.
Wanneer de crèche wordt gesloten en Amsterdam ‘Judenrein’ wordt verklaard, besluit ze onder te duiken. Helaas wordt ze opgepakt, maar door haar moed en improvisatievermogen toch nog gered. Maar dat geldt niet voor haar andere familieleden Zij worden vergast in vernietigingskamp Auschwitz.
Judith was in te gast bij het bij het programma M naar aanleiding van het overlijden van haar moeder Betty. Het fragment is hier terug te zien.
Vijf vragen aan David Goudsmit
In 'Vijf vragen aan' willen wij jou laten kennismaken met onze gastsprekers. Wat beweegt hen om hun verhaal te delen en wat zijn hun obstakels en bijzondere momenten die zij tegenkomen?
David vertelt het verhaal van zijn moeder, de nu jarige Betty. Zij was toen de oorlog uitbrak kleuterbegeleidster in de crèche tegenover de Hollandsche Schouwburg en werd benaderd mee te helpen in het verzet, als Joods meisje. Betty heeft zoveel mogelijk kinderen en baby's helpen ontsnappen uit de Hollandsche Schouwburg, maar moest ook keuzes maken. Ze kon niet iedereen redden. Na de oorlog vond ze het moeilijk erover te praten. Totdat de film Süskind in première ging. Dat triggerde haar om het echte verhaal te vertellen, wat resulteerde in een biografie over haar. David deelt nu het verhaal van zijn moeder als gastspreker bij NA DE OORLOG.
Waarom wil jij jouw verhaal delen?
Ik ben zelf langs de zijlijn betrokken geweest bij het maken van de biografie over mijn moeder. Het verhaal is een stukje van de geschiedenis dat niet breed is uitgelicht. Ik wil de kinderen die ik voor mij heb, bewust en bedachtzaam maken van het feit dat het allemaal niet zo ver weg is als het lijkt. En hoe voorkomen we dat iets soortgelijks nog eens gebeurt?
De politie is er toch ju