Thijs lijster biografie

Bij dit nummer

Meer dan enig ander onderwerp bestudeer ik mijzelf. Dat is mijn metafysica; dat is mijn fysica.’ Aan het woord is Michel de Montaigne, de Franse filosoof en politicus, die zoals bekend niet alleen aan de basis stond van het genre van het essay, maar er ook de naam aan gaf met zijn tussen en geschreven Essais. De traditie van het essay begint met een blik in de spiegel. Montaigne schreef over de meest uiteenlopende onderwerpen, van vriendschap en dronkenschap tot duimen en dromen, over kruisbogen en kannibalen, maar bovenal steeds weer over zichzelf: zijn angst en verdriet, zijn reizen en blunders, zijn scheten en druipers. Had hij vandaag geleefd, dan had hij ongetwijfeld een blog bijgehouden vol persoonlijke ontboezemingen, en een Instagramaccount met selfies, kattenfilmpjes en foto’s van zijn avondeten (‘Heerlijk genieten!’). In het voorwoord bij de eerste editie uit schrijft hij quasibescheiden dat hij de essays slechts voor zichzelf geschreven heeft, en zich niet kan voorstellen dat ze iemand anders zouden kunnen interesseren: ‘Dus, lezer, ik ben zelf de stof van mijn boek; u zou wel gek zijn uw tijd te verdoen met een zo frivool en ijdel onderwerp. Vaarwel dus.’ Er bleken er velen zo gek: Montaigne’s essays waren al tijdens zijn leven populair en wer



Cultuurfilosoof Lijster fileert in zijn boek Wat we gemeen hebben wat hij het huidige necrokapitalisme noemt. Ook al heeft het neoliberalisme afgedaan, het zit nog wel tussen onze oren en tussen die van managers, in computers, enzovoort. Het lijkt een automatische, natuurlijke toestand. Gedragsverandering blijft uit. We blijven doen waarvan we weten dat het niet meer kan. Desnoods compenseren we de CO2-uitstoot van onze vliegreis. We zien de wereld als strijdtoneel, schamen ons als we verliezen. Rechts-radicalisme lijkt veiligheid te bieden, althans onder nationaal of etnisch 'gelijken'. Ondertussen verlangen we naar de 'verloren' gemeenschap.

Meenten

Er bestaat een belangrijk gebied tussen markt en staat, waar niet alles tot koopwaar wordt gemaakt, groei geen doel op zich is en gebruikers bepalen wat er gebeurt. De oorsprong van meenten ligt in dorpen waar iedereen vrij gebruikmaakte van bossen om hout te sprokkelen of van weiden voor ieders vee. Onteigening daarvan was het startpunt van het kapitalisme.

Lijster ziet individuen niet als autonome, maar als onvolledige wezens, ‘condividuen’

Lijster legt uit dat meenten geen historische relicten zijn, geen dingen, maar praktijken van gemeenschappelijk gebruik, van bijvoorbeeld kennis, taal, cultuur. Zoals de universite

Achter de facade, de meent!
translation by Susan Jenkins

“For global cities a key issue with citizen participation is how people can feel both physically and socially connected to others whom, necessarily, they cannot know. Democratic space means creating a forum for these strangers to interact.”

                                                                                          Richard Sennett en Pablo Sendra, Designing Disorder

In de jaren organiseerde het kunstenaarscollectief Internationale Situationisten zogenaamde ‘derivés’ (letterlijk: afleidingen), dwaaltochten door de stad. Guy Debord, filosoof, filmmaker en een van de meest vooraanstaande Situationisten, schreef: “In een derivé laten een of meerdere mensen gedurende een bepaalde periode hun relaties, hun werk, hun ontspanningsactiviteiten, en al hun andere gebruikelijke motieven om te bewegen en te handelen, voor wat ze zijn, en laten ze zich drijven door de aantrekkingskrachten van het terrein, en de ontmoetingen die ze daar aantref

Interview over Adorno met Thijs Lijster

Interview Dr. Thijs E. Lijster

Universitair docent kunst- en cultuurfilosofie aan de afdeling Kunsten, Cultuur en Media van de Rijksuniversiteit Groningen. Hij studeerde filosofie in Groningen en New York, en promoveerde in op een proefschrift over de filosofen Walter Benjamin en Theodor Adorno. Hij schreef samen met Jan Sietsma &#;Onder filosofen&#; (Klement ), en was medesamensteller van &#;De Nieuwe Duitse Filosofie&#; (Boom ), &#;De kunst van kritiek: Adorno in context&#; (Octavo ) en &#;Spaces for Criticism. Shifts in Contemporary Art Discourses&#; (Valiz ). Hij publiceert regelmatig in kranten en tijdschriften als De Groene Amsterdammer, Filosofie Magazine en Metropolis M. In maart verscheen zijn nieuwe essaybundel, getiteld &#;De grote vlucht inwaarts. Essays over cultuur in een onoverzichtelijke wereld&#; (Bezige Bij).

Wat is in simpele taal de kritiek van Adorno op de Verlichting?

De Verlichting vertrok vanuit een denken dat gestoeld was op wetenschappelijk argumenteren en bewijzen. Alleen die kennis is geldig die op een rationele manier naar voren gebracht kon worden. Alle kennis moet bewezen worden. Ander belangrijk uitgangspunt van de Verlichting was dat de geschiedenis een bepaalde vooruitgang had. Dit werd natuurl

SG – What We Have in Common. A Philosophy of ‘Commonism’

About What We Have in Common. A Philosophy of ‘Commonism’

For an alternative Thijs Lijster looks at the ‘commons’, a concept that has received a lot of attention in recent years in political philosophy, economics and ecological thought. Commons refer to goods or resources that are not owned by anyone but shared. He will argue that commons, both in their historical and contemporary manifestations, not only functions as an alternative to the classical distinction between the public and the private, but that they also presuppose an alternative view of humanity and our relationship to the world, one that could offer us a way out of the cascade of crises caused by neoliberalism.

About lecture series Three Key Concepts - Recycling, Earth, Commons

Do the ecological crises force us to tell alternative views on our place and role on this planet and our doing on it and understanding of it? The right story? The whole story? The true story? Three talks about key-concepts in our Wageningen disciplines. Philosophical-Ecological narratives about the ‘things’ we care about at WUR.

About Thijs Lijster

Thijs Lijster is assistant professor in the philosophy of art and culture at the University of Groningen. He stu