Willem frederik hermans overleden

Willem Frederik Hermans

door Willem Glaudemans
met een aanvulling door Wilbert Smulders

1. Biografie

Toen Willem Frederik Hermans op 1 september te Amsterdam werd geboren, was zijn vader, die onderwijzer was, 41 jaar en zijn moeder, die tot haar huwelijk hetzelfde beroep had uitgeoefend, Het gezin bestond verder uit een driejarig zusje, Cornelia Geertruida. Samen met een neef pleegde zij, bij het uitbreken van de tweede wereldoorlog, zelfmoord.

Na zijn eindexamen aan het Barlaeusgymnasium ging Hermans in september sociografie studeren aan de Gemeentelijke Universiteit van Amsterdam. Op deze keuze had zijn vader invloed gehad. Zijn eigen voorkeur ging uit naar fysische geografie, op welke studierichting hij na één jaar overschakelde. Hierin deed hij in kandidaatsexamen, net voordat de Duitsers van studenten een loyaliteitsverklaring eisten. Na de oorlog kon hij zijn studie weer opvatten, maar zijn literaire activiteiten zorgden ervoor dat hij pas in afstudeerde. In juli promoveerde hij op de resultaten van een bodemonderzoek in Luxemburg. Drie jaar later werd hij benoemd tot lector fysische geografie aan de Rijksuniversiteit Groningen, naar welke plaats hij verhuisde. Deze functie gaf hij in op, toen hij naar Parijs vertrok. In november verhuisde

Willem Frederik Hermans werd op 1 september geboren als tweede kind van het al wat oudere onderwijzersechtpaar Johannes Hermans en Hendrika Hermans-Eggelte. Als scholier publiceerde hij al regelmatig in Suum Cuique, de schoolkrant van het Barlaeus Gymnasium, waarvan hij het tot hoofdredacteur had geschopt, en voor het verhaal ‘De uitvinder’, dat hij naar het Algemeen Handelsblad had gestuurd, werd hij voor het eerst als schrijver erkend en gehonoreerd. Het verhaal verscheen op 6 april , onder de door de redactie van het Handelsblad eigenhandig veranderde titel ‘En toch… was de machine goed’. Hij kreeg er zestien gulden voor.

De Duitse Bezetting bracht Hermans voornamelijk door met studeren en na , toen de universiteiten gesloten werden, met lezen en schrijven. In verscheen clandestien zijn eerste boek, de dichtbundel Kussen door een rag van woorden, en werkte hij hard aan zijn debuutroman Conserve. De oorlog zou vaak terugkeren als decor in Hermans’ werk omdat de benarde omstandigheden scherp duidelijk maakten waar hij ten diepste van overtuigd was: dat de wereld niet rechtvaardig is en wezenlijk onkenbaar. In de ‘Preambule’ van de verhalenbundel Paranoia () schreef hij: ‘Er is maar één werkelijk woord: chaos.’

In de chaotische omstandigheden vlak na de bevrijd

Willem Frederik Hermans

Op 1 september werd Willem Frederik Hermans geboren in Amsterdam. Hij is tweede en laatste kind van Johan en Henrika Hermans. In vindt hij de electro magnetische rem uit. Pas in komt hij erachter dat deze uitvinding al eerder door iemand was gedaan en schrijft in hierover een boek "Scheppend nihilisme" geheten. Hij studeerde van tot aan het Barleusgymnasium. Tussentijds, twee jaar voor zijn afstuderen wordt hij lid van de letterkundige vereniging DVS en wint de eerste prijs in een opstellenwedstrijd. Hij gaat dan tegen zijn zin, op aandrang van zijn vader, sociografie studeren. Hetzelfde jaar plegen zijn zus en zijn neef zelfmoord, wat terug komt als thema in het boek "Ik heb altijd gelijk". Een jaar na het Barleusgymnasium stapt hij over naar de studie fysische geografie. Hij doet kandidaatsexamen en schrijft intussen gedichten en verhalen. Ook verschijnt zijn eerste roman "Conserve".

Van tot is hij redacteur van Criterium. Twee jaar later legt hij zijn doctoraal examen af en treedt in het huwelijk. Hij wordt dan redacteur van Podium. In wordt er een proces tegen hem gevoerd vanwege zijn boek "Ik heb altijd gelijk", omdat dit kwetsend zou zijn voor Rooms-katholieken. Hiervan wordt hij vrijgesproken.

Drie Jaar later gaat hij werken als fysisch geog

Arthur Muttah, de hoofdpersoon van deze roman, groeit op tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het bestaan doet zich uitzichtloos aan hem voor. De grimmige sfeer thuis, de conflicten met zijn ouders en zuster, de ongrijpbaar verraderlijke wereld van oorlog en verzet: het brengt hem tot een uitzichtloze identiteitscrisis. Wrok, afkeer en duister cynisme doortrekt het verhaal.

Bij verschijnen zorgde deze roman voor groot tumult; met name katholieken namen aanstoot aan het onfatsoenlijke karakter. Zo schreef Anton van Duinkerken: &#;Er is welhaast geen onfatsoenlijk woord in de Nederlandse taal denkbaar of gij vindt het met evenveel letters afgedrukt in De tranen der acacia&#;s. [&#;] Er is geen vorm van seksuele ontaarding, die hij niet uit behoefte om burgergevoelens te kwetsen, nauwkeurig beschrijft [&#;] Moord en brand zijn kleinigheden in dit boek, waar &#;kotsen&#; en &#;kakken&#; tot psychisch geladen levensuitingen worden verheven en men elkaar bezoeken brengt met het prettige oogmerk, elkaar te gaan treiteren.&#;

Het boek werd in afgewezen door De Bezige Bij – maar in uitgegeven door Geert van Oorschot – en riep stormen van protest op. Willem Frederik Hermans&#; naam was voorgoed gevestigd. Ook was de verschijning het beginpunt van een stormachtige relatie tussen de schrij

Al wordt Harry Mulisch de bekendste schrijver van Nederland genoemd, Willem Frederik Hermans is toch zeker de meest gevreesde schrijver geweest. Al snel na de Tweede Wereldoorlog vestigde Hermans zijn reputatie als ‘kwelgeest van de Nederlandse letteren’. In diverse kritieken (polemische essays) beschimpte hij de Nederlandse politiek, zijn collega-auteurs en de Nederlandse literatuur, die in zijn ogen niets voorstelde. Deze scheldkritieken werden later gebundeld in Mandarijnen op zwavelzuur () en Het sadistisch universum ().

Oorlog als achtergrond

Met dezelfde scherpe pen schreef Hermans in de jaren vijftig zijn eerste romans over de Tweede Wereldoorlog. Na Hermans’ debuut Conserve () reageerde de literaire kritiek geschokt op de roman De tranen der acacia’s (). In de personages van dit boek zag men een door de oorlog getekende generatie, zonder hoop, geloof en idealen. De hoofdpersonen bedriegen elkaar, zijn wanhopig en onbeschroomd in hun seksuele omgang. Bovendien liet Hermans in het boek zien dat het Nederlands verzet tegen de Duitsers niet altijd even heldhaftig was. Het verzet bestaat in De tranen der acacia’s uit een zootje ongeregeld: fantasten en leugenaars, die hun status ontleenden aan terreurdaden tegen de Duitsers.

Twijfel

De tranen der acacia’s