Willem wilmink biografie kopen bruna

Bregje BoonstraGa naar eindnoot+

Er was eens een Waseens
De jeugdliteratuur

Stel, er was een jeugdbibliothecaris die in naar Nieuw Zeeland was geëmigreerd. Nederlandse auteurs die toen al een duidelijk zichtbare plaats op de bibliotheekplanken hadden, waren An Rutgers van der Loeff, Jean Dulieu, Han Hoekstra en Annie M.G. Schmidt. Miep Diekmann begon net met publiceren. Over hun boeken verscheen in obscure krantehoekjes weleens iets dat een recensie moest voorstellen. Stel, dezelfde bibliothecaris kwam dertig jaar later nog eens terug - om precies te zijn op 27 september - en kocht NRC Handelsblad, voor een eerste snufje moederland. ‘Annie Schmidt gelauwerd,’ juicht het boven een foto op de voorpagina. Volgt een bericht over de uitreiking van de internationale Hans Christian Andersenmedaille in Oslo. Het zou een vervreemdende ervaring zijn geweest: alsof de tijd had stilgestaan - nog steeds Annie M.G.? - én vooruit was gehold - nu is zij voorpaginanieuws, in een stukje met driemaal de omvang van vroegere boekbeoordelingen.

 

Dit krantebericht zegt zeker iets over de Nederlandse jeugdliteratuur vanaf het midden van de jaren tachtig. De naam van Annie Schmidt is op ieders lip en niet omdat ze zulke mooie nieuwe boeken heeft geschreve

Zeg ‘Ome Willem’ in een willekeurig Nederlands gezelschap en de kans is bijzonder groot dat iemand begint te lachen en roept: ‘Joepiedepoepie!’ Of: ‘Wil je ook een broodje poep?’ De Ome Willem-fans gaan hun vuisten ballen en beginnen vrolijk te zingen: ‘Deze vuist op deze vuist, en zo klim ik naar boven.’ Rakkers, zo noemt Edwin Rutten () -al een halve eeuw volkomen vergroeid met zijn personage Ome Willem - de volwassenen die kinderen waren tussen en Dat was de tijd dat De film van Ome Willem werd uitgezonden. Voor massa’s kinderen uit die tijd is Ome Willem een legendarische kindervriend. Het gelijknamige programma was grensverleggend. In De Film van Ome Willem werden ze serieus genomen, met spel, humor en relativering. Heel typerend: Edwin Rutten spreekt altijd over ‘kinderen en andere volwassenen.’ Ome Willem, Aart Staartjes, Harry Bannink en de tekstschrijvers, Willem Wilmink, Karel Eykman en Harrie Geelen werden ongekend populair in Nederland en in Vlaanderen. Nog steeds vragen mensen op straat of ze met Ome Willem op de foto mogen. En het mag. Altijd! Dag Rakkers. Vijftig jaar Ome Willem gaat niet alleen over Ome Willem. Edwin Ruttens veelzijdige carrière als jazzzanger, drummer, acteur, stemacteur, presentator en dagvoorzitter komt ook aan de orde. Auteur Geke Mateboer


Bekende en nieuwe verzen en versjes geïnspireerd door Kees de Jongen, zijn prille liefde Rosa en hun geestelijke vader Theo Thijssen. Met geweldige tekeningen van Peter van Hugten in kleur.
Simon Carmiggelt kende 'geen schrijver op deze wereld die de gaafheid van een jongen met zoveel meesterschap en zulk een touchante humor heeft weten weer te geven als de Jordaanse schoolmeester Theo Thijssen'. Hij had het over diens Kees de jongen, inmiddels honderd jaar oud. Er zijn maar weinig boeken die zoveel dichters inspireerden. Van Willem Wilmink tot Jan Boerstoel, van Sjoerd Kuyper tot Ingmar Heytze. Jurrian van Dongen in zijn in deze bundel opgenomen lied: 'Kon hij Thijssen maar een dankbrief schrijven' Dit boekje is een dankbrief uit vele pennen en één tekenstift. De bundel, samengesteld door Paul Arnoldussen, bevat bekende en nieuwe verzen en versjes geïnspireerd door Kees, zijn prille liefde Rosa en hun geestelijke vader. Met geweldige tekeningen van Peter van Hugten. Een prachtig kleinood!
  • :
  • : Nederlands
  • : Paperback
  • : 48
  • : november
  • :
  • : x x 8 mm.
  • : Poëzie

In het werk van Willem Wilmink () werd vrijwel geen onderscheid gemaakt tussen het lied en de ‘echte’ poëzie. Hij stond daarmee in een grote – zij het bij ons ongewone – traditie, die teruggaat tot de Middeleeuwen. Veel van zijn gedichten genieten een bijna anonieme bekendheid; het is alsof ze er altijd zijn geweest. Maar om dit vanzelfsprekende effect te bereiken, is een kunstenaarschap vereist dat maar aan zeer weinigen is gegeven.

Ter gelegenheid van Wilminks zestigste verjaardag maakte Jean Pierre Rawie maakte een even sprekende als eigenzinnige keuze uit het omvangrijke oeuvre. Na Wilminks overlijden in voegde Rawie enkele gedichten uit later werk toe. Toch is de uitgave in essentie gebleven wat zij was: een poging zo veel mogelijk aspecten van Wilminks dichterschap te belichten.
Ik had als kind een huis en haard beschouwde Wilmink zelf als de mooiste bloemlezing die iemand ooit uit zijn werk had gemaakt.

‘Mooi, helder, zonder poeha () zinnen die regelmatig de neiging hebben te dansen.’ Elsevier

‘Intimiteit, daar komt het bij dichters als Wilmink op aan, en dat maakt bij hem vaak het verschil tussen een gewoon eenvoudig en een meesterlijk eenvoudig gedicht.’  NRC Handelsblad

‘Ik herhaal nog eens uit overtuiging dat Wilmink na Annie M.G. Schmidt onze

Veelal is het de liefde, de ontdekking van een ziel in andermans ogen, die ons aan het dichten zet – in welke gedaante die liefde zich ook aan ons voordoet. In deze bundel verzamelde dichter Willem Wilmink () de mooiste liefdesgedichten uit de Nederlandstalige poëzie. Van de onverbloemde erotiek van de Middeleeuwen tot de zeventiende-eeuwse liefde, gedoemd te mislukken vanwege de grote standsverschillen. Van Hendrik de Vries, die de natuur zo prominent naar voren haalt, tot Piet Paaltjens, die achter zijn grappen zijn ernst verbergt. Van Hooft en Gorter, beiden gelukkige minnaars, tot Slauerhoff en Nijhoff, de dichters van het menselijk tekort.

‘Wilmink is () als neerlandicus en dichter een kenner bij uitstek van de Nederlandse poëzie.’ Noordhollands Dagblad

‘De gedichten die hij koos, van anonieme middeleeuwse liefdespoëzie tot Jean Pierre Rawie, zijn thematisch gerangschikt. Deze rangschikking heeft vaak een verrassend effect (). Een mooie manier om onder het stof bedolven grootheden tot leven te wekken.’  Nieuwsblad van het Noorden

‘Een fijne bundel: voor liefhebbers om in te grasduinen, ten behoeve van oudere scholieren en studenten om ze met herkenbare en daardoor aansprekende poëzie in contact te brengen.’  NBLC